Eerst was er de buxusziekte en daar is nu die ellendige buxusmot bijgekomen. Van Engeland tot Frankrijk: overal worden tuiniers erdoor geplaagd. Wat te doen om je buxus te redden en wat is het alternatief, als er geen redden meer aan is?
Buxusziekte
De buxusziekte wordt veroorzaakt door schimmels. Het blad wordt bruin, de takken zwart en onderaan het blad kun je bleekroze schimmelsporen aantreffen. De schimmels verspreiden zich snel. Als een buxusstruik eenmaal is aangetast is hij vrijwel reddeloos verloren, maar je kunt hem nog proberen te redden met extra buxusvoeding en speciale bestrijdingsmiddelen. Vraag hiernaar in ons tuincentrum in De Westereen.
Buxusmot
De rupsen van de buxusmot, een zwart-witte Aziatische nachtvlinder, kunnen een plant in korte tijd kaalvreten. De rupsen zijn moeilijk te zien, want ze zitten een stuk onder de buitenste bladeren verstopt. Het eerste dat je zal opvallen is dat er kale plekken in de buxus ontstaan, met aan de voet daarvan praktisch ‘fijngemalen’ blaadjes. Controleer je buxussen regelmatig en voel met je vingers tussen de takken of je een plakkerige substantie en spinsels tegenkomt. Daarin zitten de geelgroene rupsen met een zwarte kop en zwarte stippen. Ze slaan vooral eind april, begin mei en in augustus toe. Bestrijd de rupsen door ze met de hand te verwijderen en/of met speciale (biologische) insecticiden, die verkrijgbaar zijn in ons tuincentrum in De Westereen. Geef de buxus vervolgens ook regelmatig speciale buxusvoeding.
Alternatieven voor buxus
Als de buxus echt niet meer te redden is kun je overwegen vergelijkbare wintergroene, makkelijk te snoeien struiken te planten. Bij Paleis Het Loo in Apeldoorn zijn de kilometerslange buxushagen bijvoorbeeld vervangen door Japanse hulst (Ilex crenata). Ook de Britse televisiepresentator en tuingoeroe Monty Don vindt deze struik het beste alternatief. Een andere optie is de struikkamperfoelie (Lonicera nitida), met kleine, glanzende geelgroene blaadjes. Of gooi het over een heel andere boeg en kies voor (bessen)struiken die aantrekkelijk zijn voor vogels, bijen en (onschadelijke) vlinders, zoals een liguster, kornoelje, vlier, kardinaalsmuts of Gelderse roos.