In het weekend van 16 en 17 januari wordt weer de Nationale Tuinvogeltelling gehouden, een initiatief van Vogelbescherming Nederland. Hoe meer mensen hieraan meedoen, hoe beter inzicht kan worden gekregen in het reilen en zeilen van de verschillende soorten tuinvogels in Nederland. Het is leuk, leerzaam en u hoeft er maar een half uurtje voor uit te trekken!
In de winter valt er in de tuin doorgaans weinig te beleven. Op het gefladder en gekwetter van allerlei vogels na dan. Want juist in de winter zoeken vogels beschutting en voedsel in onze tuinen. Daarom houdt de Vogelbescherming de Tuinvogeltelling ook altijd in januari. In 2015 werd de huismus het meest gespot, gevolgd door de koolmees en de merel. Welke gevederde vriend zal dit jaar het vaakst worden geteld?
Meedoen is heel makkelijk. Tel op zaterdag 16 of zondag 17 januari een half uur lang de vogels in uw tuin of op uw balkon. Vogels die overvliegen tellen niet mee. Geef alleen het hoogste aantal door van een soort die u tegelijk in de tuin of op het balkon hebt gezien. Dus als u eerst op hetzelfde moment twee koolmezen telt en even later ziet u er vijf tegelijk, noteer dan ‘vijf koolmezen’. U kunt uw telling doorgeven via de speciale app ‘Tuinvogels’ (te downloaden via de google play en de iTunes appstore) en via de website www.tuinvogeltelling.nl.
Tips:
- Vogels zijn ’s ochtends vroeg het meest actief en dan heeft u dus ook de meeste kans op een enerverend half uurtje tellen en noteren.
- Heeft u moeite bij het herkennen van bepaalde vogels? Kijk dan bij ‘Tuinvogels’ op de site www.tuinvogeltelling.nl voor duidelijke afbeeldingen van de 25 meest voorkomende tuinvogels.