Op een droge, vorstvrije dag met niet al te veel wind kunnen we lekker de frisse buitenlucht in om wat snoeiwerk te verrichten. Daar wordt u vanzelf warm – en fit – van.
Wat niet snoeien?
Boomsoorten waarvan de sapstroom nu al op gang komt en die kunnen gaan bloeden, zoals de esdoorn, berk, haagbeuk en notenboom. Laat ook bomen en struiken die in het voorjaar bloeien, zoals de perzik- en pruimenboom, en de druif en kiwi met rust. Rozen snoeit u het best in het vroege voorjaar, maar u kunt grootbloemige theerozen, struikrozen en stamrozen nu licht snoeien door lange scheuten en takken wat in te korten. Ook kunt u zieke, beschadigde en dode takken van deze rozen verwijderen.
Wat wel snoeien?
- Bladverliezende struiken en bomen. Snoei kruisende takken, steil opgaande scheuten, dood hout en zieke en beschadigde takken weg.
- Dak- of parasolbomen, zoals plataan, sierkers, amberboom, moerbei, Gingko biloba en moeraseik. Knip of zaag alle rechtopgaande scheuten kort af en kort lange, horizontale takken eventueel in.
- Appel- en perenbomen. Snoei jonge bomen in vorm door alle zijtakjes terug te knippen tot op drie knoppen en door alle nieuwe scheuten voor een derde terug te snoeien. Snoei bij bomen ouder dan vijf jaar de elkaar kruisende, opgaande en naar beneden groeiende takken weg en zorg ervoor dat de kroon luchtig genoeg blijft.
- Laatbloeiende clematissen, zoals de diversifolia, integrifolia, jackmanni en viticella, snoeit u tot op circa 30 centimeter terug.
- Van de blauweregen (Wisteria) snoeit u de zijscheuten terug tot op twee à drie knoppen.
Wintersnoeitips
- Snoei niet als het vriest
- Gebruik scherp en schoon gereedschap
- Gebruik snoeihout (met uitzondering van zieke takken) komende zomer als rijshout om vaste planten te ondersteunen. Of versnipper het hout om er een mulchlaag voor in de border of een houtsnipperpad van te maken. Of maak er een takkenril van, om bescherming en voedsel te bieden aan kleine zoogdieren en vogels.